-

1914 Ieper & IJzer

de Eerste Slag

  • koninklijke zaal
  • tijdelijke tentoonstelling

Over

Na bijna tweeëneenhalve maand strijd komt de Eerste Wereldoorlog half oktober 1914 in de Westhoek aan. De strijd ontbrandt met enkele dagen verschil aan de IJzer en in de buurt van Ieper. Strategisch gezien zijn de IJzerslag en de Eerste Slag bij Ieper de belangrijkste van alle gevechten op het Belgische grondgebied. In dit laatste hoofdstuk in de bewegingsoorlog op het Westelijke front worden de contouren getekend voor de rest van de strijd. De succesvolle verdediging van de Belgische, Franse en Britse legers stopt de Duitse opmars voorgoed. Het betekent ook dat het koninkrijk België blijft beschikken over een klein stukje onbezet grondgebied – te klein om er alle openbare functies in onder te brengen, maar voldoende groot om door te gaan en internationaal mee te tellen. Het betekent ook dat achter de onder water gezette IJzervlakte het Belgische leger zich zal kunnen reorganiseren en herstellen om te blijven meedoen in de verdediging. De verliezen lopen hoog op zowel bij de Duitse aanvaller als bij de geallieerde verdedigers. Aan geallieerde kant tellen we het grootste aantal slachtoffers niet bij de Belgen of bij de Britten, maar wel bij de Fransen – een feit dat inmiddels volledig vergeten is in de geschiedschrijving. Het British Expeditionary Force is na de Eerste Slag bij Ieper zo goed als uitgeschakeld. Van de nagenoeg 100.000 leden van dit professionele leger, staan er tegen kerstmis 1914 nog maar 30.000 mannen in het veld. De anderen zijn gewond of gedood. Het betekent dat Ieper – “Ypres” - de plek waar het B.E.F. het laatst slag voerde, een symbool van verlies en koppige weerstand wordt en dat voorgoed zal blijven.

Dat verlies en die weerstand worden krachtig verbeeld in de vernietiging van de stad Ieper. De Ieperse fotografen Maurice en Robert Antony die reeds voor de oorlog de hele Middeleeuwse stad hadden gefotografeerd, tonen nu de vernietiging van de grote gebouwen. De foto’s van de brandende Lakenhallen op 22 november 1914 worden iconen van de Eerste Wereldoorlog. Systematisch zullen ze daarna de plekken en camerastandpunten uit hun vooroorlogse werk oproepen om – voor het eerst – een quasi eindeloze reeks “Then & Now” foto’s te maken: de pracht van het historische stadje, naast de ruïnes van de oorlog. Het wordt een manier van representatie van de Eerste Wereldoorlog die meegaat tot op deze dag. In Antony d’Ypres, het tweede deel van deze historische tentoonstelling, worden deze beelden getoond, gedeeltelijk – en voor het eerst – ook in een fascinerende drie-dimensionele opstelling.